Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. woeligheid:
  2. woelig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for woeligheid from Dutch to German

woeligheid:


woelig:


Translation Matrix for woelig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
bewegt bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; bewogen; emotioneel; gepassioneerd; geraakt; geroerd; getroffen; gevoelig; gevoelvol; geëmotioneerd; heftig; kapot van; onbeheerst; onstuimig
ruhelos bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig ongedurig; rusteloos
turbulent bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig
ungestüm bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig agressief; boos; fel; furieus; gepassioneerd; gewelddadig; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hevig; kwaad; nijdig; onbeheerst; onstuimig; razend; spinnijdig; stormachtig; temperamentvol; toornig; vertoornd; verwoed; vurig; warmbloedig; woest; ziedend
unruhig bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig ongedurig; rusteloos

Related Words for "woelig":


Wiktionary Translations for woelig:


Cross Translation:
FromToVia
woelig besorgt; unruhig; heftig inquiet — Qui est dans quelques troubles, dans quelques agitations d’esprit, soit par craintes, soit par irrésolutions et incertitudes.
woelig veränderlich; beweglich; mobil mobile — Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général).