Summary
Dutch to German: more detail...
- worden:
-
Wiktionary:
- worden → werden, entstehen
- worden → werden, erkälten, konkretisieren, verdunkeln, schön, geboren werden, geboren
Dutch
Detailed Translations for worden from Dutch to German
worden:
-
worden
Conjugations for worden:
o.t.t.
- word
- wordt
- wordt
- worden
- worden
- worden
o.v.t.
- werd
- werd
- werd
- werden
- werden
- werden
v.t.t.
- ben geworden
- bent geworden
- is geworden
- zijn geworden
- zijn geworden
- zijn geworden
v.v.t.
- was geworden
- was geworden
- was geworden
- waren geworden
- waren geworden
- waren geworden
o.t.t.t.
- zal worden
- zult worden
- zal worden
- zullen worden
- zullen worden
- zullen worden
o.v.t.t.
- zou worden
- zou worden
- zou worden
- zouden worden
- zouden worden
- zouden worden
diversen
- word!
- wordt!
- geworden
- wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for worden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
werden | worden | oprijzen; rijzen; zullen |
Related Definitions for "worden":
Wiktionary Translations for worden:
worden
Cross Translation:
verb
worden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• worden | → werden | ↔ be — used to form the passive voice |
• worden | → werden | ↔ become — to begin to be |
• worden | → erkälten | ↔ catch a cold — to suffer from cold |
• worden | → konkretisieren | ↔ concrete — solidify |
• worden | → verdunkeln | ↔ darken — to become darker (less bright) |
• worden | → verdunkeln | ↔ darken — to become dark(er) in colour |
• worden | → werden | ↔ get — become |
• worden | → werden | ↔ turn — become |
• worden | → schön; werden | ↔ abeausir — (vieilli) Se mettre au beau. |
• worden | → werden | ↔ devenir — commencer à être ce qu’on n’était pas ; passer d’une situation, d’un état à un autre. |
• worden | → geboren werden | ↔ naitre — commencer à vivre |
• worden | → geboren; werden | ↔ naître — commencer à vivre ; venir au monde. |