Summary
Dutch to German: more detail...
- zakken:
-
Wiktionary:
- zakken → sinken, untergehen, versinken
- zakken → durchfallen
Dutch
Detailed Translations for zakte from Dutch to German
zakte form of zakken:
-
zakken (kelderen)
senken; einsacken; durchfallen; fallen; sinken; setzen; sausen; zinken; einstürzen; herabsacken; einschlafen; einsinken; einschlummern; durchrasseln; aus Zink; segeln; einpacken; versenken; versinken; abrutschen; sickern; verzinken; herunterrutschen; einnicken; galvanisieren-
herabsacken verb (sacke herab, sackst herab, sackt herab, sackte herab, sacktet herab, herabgesackt)
-
einschlummern verb (schlummere ein, schlummerst ein, schlummert ein, schlummerte ein, schlummertet ein, eingeschlummert)
-
durchrasseln verb (durchrassele, durchrasselst, durchrasselt, durchrasselte, durchrasseltet, durchrasselt)
-
aus Zink verb
-
herunterrutschen verb (rutsche herunter, rutschst herunter, rutscht herunter, rutschte herunter, rutschtet herunter, heruntergerutscht)
-
galvanisieren verb (galvanisiere, galvanisierst, galvanisiert, galvanisierte, galvanisiertet, galvanisiert)
Conjugations for zakken:
o.t.t.
- zak
- zakt
- zakt
- zakken
- zakken
- zakken
o.v.t.
- zakte
- zakte
- zakte
- zakten
- zakten
- zakten
v.t.t.
- ben gezakt
- bent gezakt
- is gezakt
- zijn gezakt
- zijn gezakt
- zijn gezakt
v.v.t.
- was gezakt
- was gezakt
- was gezakt
- waren gezakt
- waren gezakt
- waren gezakt
o.t.t.t.
- zal zakken
- zult zakken
- zal zakken
- zullen zakken
- zullen zakken
- zullen zakken
o.v.t.t.
- zou zakken
- zou zakken
- zou zakken
- zouden zakken
- zouden zakken
- zouden zakken
diversen
- zak!
- zakt!
- gezakt
- zakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de zakken (tassen)
-
de zakken (steekzakken)
Translation Matrix for zakken:
Related Words for "zakken":
Synonyms for "zakken":
Antonyms for "zakken":
Related Definitions for "zakken":
Wiktionary Translations for zakken:
zakken
Cross Translation:
verb
-
naar beneden gaan
- zakken → sinken; untergehen; versinken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zakken | → durchfallen | ↔ flunk — to fail |