Dutch
Detailed Translations for zeemden from Dutch to German
zeemden form of zemen:
-
zemen
Conjugations for zemen:
o.t.t.
- zeem
- zeemt
- zeemt
- zemen
- zemen
- zemen
o.v.t.
- zeemde
- zeemde
- zeemde
- zeemden
- zeemden
- zeemden
v.t.t.
- heb gezeemd
- hebt gezeemd
- heeft gezeemd
- hebben gezeemd
- hebben gezeemd
- hebben gezeemd
v.v.t.
- had gezeemd
- had gezeemd
- had gezeemd
- hadden gezeemd
- hadden gezeemd
- hadden gezeemd
o.t.t.t.
- zal zemen
- zult zemen
- zal zemen
- zullen zemen
- zullen zemen
- zullen zemen
o.v.t.t.
- zou zemen
- zou zemen
- zou zemen
- zouden zemen
- zouden zemen
- zouden zemen
diversen
- zeem!
- zeemt!
- gezeemd
- zemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
zemen (zeemleren)
Translation Matrix for zemen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
ledern | zemen | |
putzen | zemen | dweilen; reinigen; schoonmaken; schoonpoetsen; zuiveren |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
ledern | leder; lederen | |
sämischledern | zeemleren; zemen | |
waschledern | zeemleren; zemen |
Related Words for "zemen":
External Machine Translations: