Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: aula

Dutch and English Translation Search Results for aula

Summary

Dutch to English: more detail...

aula:
- auditorium; auditory; playhouse; music hall; theatre; theater; audience; audience chamber
Wiktionary:
- aula → auditorium, assembly hall

Dutch

Detailed Translations for aula from Dutch to English

aula:

aula [de ~] noun

de aula (auditorium; gehoorzaal)
the auditorium; the auditory; the playhouse; the music hall; the theatre; the theater
- auditorium [the ~] noun
- auditory [the ~] noun
- playhouse [the ~] noun
- music hall [the ~] noun
- theatre [the ~] noun, British
- theater [the ~] noun, American
de aula (auditorium; gehoorzaal)
the auditorium; the auditory; the audience; the audience chamber
- auditorium [the ~] noun
- auditory [the ~] noun
- audience [the ~] noun
- audience chamber [the ~] noun

Translation Matrix for aula:

Noun	Related Translations	Other Translations
audience	auditorium; aula; gehoorzaal	audiëntie; doelgroep; gehoor; publiek
audience chamber	auditorium; aula; gehoorzaal
auditorium	auditorium; aula; gehoorzaal
auditory	auditorium; aula; gehoorzaal
music hall	auditorium; aula; gehoorzaal	schouwburg; theater; variété
playhouse	auditorium; aula; gehoorzaal	schouwburg; theater
theater	auditorium; aula; gehoorzaal	schouwburg; theater
theatre	auditorium; aula; gehoorzaal	schouwburg; theater

Wiktionary Translations for aula:

aula

noun

een grote gehoorzaal van een universiteit
- aula → auditorium
een grote zaal voor bijeenkomsten, voorstellingen enz. in een middelbare school, een museum of eenigerlei andere instelling
- aula → assembly hall

Related Translations for aula

aula's