Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. baten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for baten from Dutch to English

baten:

baten [de ~] noun, plural

  1. de baten (tegoed; activa; bezit)
    the assets; the balance; the possessions; the property
  2. de baten (voordelen; heilen)
    the benefits

Translation Matrix for baten:

NounRelated TranslationsOther Translations
assets activa; baten; bezit; tegoed bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have
balance activa; baten; bezit; tegoed balans; bascule; equatie; evenwicht; evenwichtigheid; gelijkmaking; harmonie; overblijfsel; rekeningsaldo; rest; saldo; vereffening; waag; weegbrug; weeghuis; weegschaal
benefits baten; heilen; voordelen
possessions activa; baten; bezit; tegoed
property activa; baten; bezit; tegoed bezit; bezittingen; eigendom; eigenschap; goederen; have; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; stigma
VerbRelated TranslationsOther Translations
balance balanceren; in evenwicht brengen; uitbalanceren

Related Words for "baten":


Wiktionary Translations for baten:

baten
verb
  1. helpen

Cross Translation:
FromToVia
baten help; aid; assist; benefit; accommodate; attend to; advance; avail; support aiderfaciliter l’accomplissement d’une action.
baten succour; aid; assist secouriraider ; courir à l’aide de quelqu’un ; prêter assistance à qui en avoir besoin de.