Summary
Dutch
Detailed Translations for opvulling from Dutch to English
opvulling:
Translation Matrix for opvulling:
Noun | Related Translations | Other Translations |
filling | opvulling; vulling; vulsel | opvulsel; tandvulling; vulling; vulsel; vulstof |
inflation | opvulling; vulling; vulsel | geldontwaarding; inflatie; prijsstijging; prijsverhoging |
padding | opvulling; vulling; vulsel | vulling; vulsel; vulstof |
refill | opvulling; vulling; vulsel | |
stopping | opvulling; vulling; vulsel | aborteren; afhaken; afhouden; afstoppen; beletten; eindigen; kappen; ophouden; staken; stilhouden; stoppen; uitscheiden; weerhouden |
stuffing | opvulling; vulling; vulsel | aanvullen; vulling; vulsel; vulstof |
Verb | Related Translations | Other Translations |
refill | herladen | |
stopping | doen stoppen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
filling | machtig; moeilijk verteerbaar; slecht verteerbaar; vullend; zwaar |