Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: gissing

Dutch and English Translation Search Results for gissing

Summary

Dutch to English: more detail...

gissing:
- estimate; guess; estimation
Wiktionary:
- gissing → guess, conjecture

Dutch

Detailed Translations for gissing from Dutch to English

gissing:

gissing [de ~ (v)] noun

de gissing
the estimate; the guess; the estimation
- estimate [the ~] noun
- guess [the ~] noun
- estimation [the ~] noun

Translation Matrix for gissing:

Noun	Related Translations	Other Translations
estimate	gissing	becijfering; berekening; calculatie; inschatting; offerte; prijsopgave; raming; schatting; taxatie; waardebepaling; waardeschatting
estimation	gissing	achting; becijfering; berekening; calculatie; eerbied; eerbiediging; hoogachting; inschatting; raming; respect; schatting; taxatie; waardebepaling; waardeschatting
guess	gissing
Verb	Related Translations	Other Translations
estimate		afwegen; begroten; bepalen; beramen; berekenen; gissen; gissing maken; inschatten; raden; ramen; schatten; taxeren
guess		gissen; gissing maken; raden

Related Words for "gissing":

gissingen

Wiktionary Translations for gissing:

gissing

noun

prediction about the outcome of something
- guess → denk; raden; gissing; gok; veronderstelling
unproven statement; guess
- conjecture → gissing; giswerk

Related Translations for gissing

gissing maken