Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. naamdag:


Dutch

Detailed Translations for naamdag from Dutch to English

naamdag: (*Using Word and Sentence Splitter)

Spelling Suggestions for: naamdag


Wiktionary Translations for naamdag:

naamdag
noun
  1. een dag waarop een heilige wordt herdacht
naamdag
noun
  1. feast day of a saint

External Machine Translations: