Summary
Dutch
Detailed Translations for ridderen from Dutch to English
ridderen:
-
ridderen (een onderscheidingsteken geven; decoreren; onderscheiden)
Conjugations for ridderen:
o.t.t.
- ridder
- riddert
- riddert
- ridderen
- ridderen
- ridderen
o.v.t.
- ridderde
- ridderde
- ridderde
- ridderden
- ridderden
- ridderden
v.t.t.
- ben geridderd
- bent geridderd
- is geridderd
- zijn geridderd
- zijn geridderd
- zijn geridderd
v.v.t.
- was geridderd
- was geridderd
- was geridderd
- waren geridderd
- waren geridderd
- waren geridderd
o.t.t.t.
- zal ridderen
- zult ridderen
- zal ridderen
- zullen ridderen
- zullen ridderen
- zullen ridderen
o.v.t.t.
- zou ridderen
- zou ridderen
- zou ridderen
- zouden ridderen
- zouden ridderen
- zouden ridderen
diversen
- ridder!
- riddert!
- geridderd
- ridderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ridderen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
knight | ridder | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
decorate | decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen | aankleden; afwerken; decoreren; een ereteken geven; garneren; onderscheiden; opmaken; opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; schotels garneren; sieren; tooien; tot eer strekken; verfraaien; verluchten; versieren; versieringen aanbrengen; zich mooi maken |
knight | decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen |
Related Words for "ridderen":
ridder:
Translation Matrix for ridder:
Noun | Related Translations | Other Translations |
knight | ridder | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
knight | decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen |