Summary
Dutch to English: more detail...
- wezenloos:
-
Wiktionary:
- wezenloosheid → abatement, weakness, exhaustion, indolence, lifelessness, melancholy, dejection, depression, gloom, melancholia, grief, sadness, sorrow, fatigue, weariness, consternation, alarm, dismay, demand, sale, deduction, subtraction, apathy
- wezenloos → apathetic
Dutch
Detailed Translations for wezenloosheid from Dutch to English
wezenloosheid form of wezenloos:
-
wezenloos (leeg; uitdrukkingsloos)
-
wezenloos (uitdrukkingsloos; leeg; wazig; nietszeggend; glazig)
Translation Matrix for wezenloos:
Noun | Related Translations | Other Translations |
blank | formulier; gaping; hiaat; invulformulier; lacune; ledigheid; leegte; leemte | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
blank | leeg; uitdrukkingsloos; wezenloos | blanco; blank; inhoudsloos; leeg; loos; met de mond vol tanden; met open mond; onbeschreven; ongelakt; oningevuld; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd; vrij; wit; wit van huidskleur; zonder taak |
expressionless | glazig; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos | |
vacant | leeg; uitdrukkingsloos; wezenloos | beschikbaar; disponibel; onbebouwd; onbewoond; vacant |
Related Words for "wezenloos":
Wiktionary Translations for wezenloosheid:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wezenloosheid | → abatement; weakness; exhaustion; indolence; lifelessness; melancholy; dejection; depression; gloom; melancholia; grief; sadness; sorrow; fatigue; weariness; consternation; alarm; dismay; demand; sale; deduction; subtraction; apathy | ↔ abattement — diminution rapide, d’une durée plus ou moins longue, des forces physiques et des fonctions psychiques. |
• wezenloosheid | → apathy | ↔ apathie — (vieilli) état d’une âme qui n’est susceptible d’aucune émotion. |