Summary
Dutch
Detailed Translations for ronding from Dutch to English
ronding:
Translation Matrix for ronding:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bend | bocht; draai; kromming; kronkel; ronding | bocht; buiging; draai; kromming; kromte |
camber | bocht; draai; kromming; kronkel; ronding | boog; uitbouw; welving; wielvlucht |
curvature | bocht; draai; kromming; kronkel; ronding | boog; uitbouw; welving |
curve | bocht; draai; kromming; kronkel; ronding | bocht; boog; buiging; draai; kromme; kromming; kromte; uitbouw; welving; zwenking |
curving | bolling; ronding | bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; steenpuist; zwelling; zwenkingen |
rounding | bolling; ronding | afronding; bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; steenpuist; zwelling |
Verb | Related Translations | Other Translations |
bend | buigen; doen buigen; doorbuigen; doorzakken; krom buigen; krombuigen; kromtrekken; ombuigen; verbuigen | |
curve | buigen; eer betuigen; krom buigen; krommen; welven |