Dutch
Detailed Translations for verarmen from Dutch to English
verarmen:
-
verarmen (verpauperen)
Conjugations for verarmen:
o.t.t.
- verarm
- verarmt
- verarmt
- verarmen
- verarmen
- verarmen
o.v.t.
- verarmde
- verarmde
- verarmde
- verarmden
- verarmden
- verarmden
v.t.t.
- ben verarmd
- bent verarmd
- is verarmd
- zijn verarmd
- zijn verarmd
- zijn verarmd
v.v.t.
- was verarmd
- was verarmd
- was verarmd
- waren verarmd
- waren verarmd
- waren verarmd
o.t.t.t.
- zal verarmen
- zult verarmen
- zal verarmen
- zullen verarmen
- zullen verarmen
- zullen verarmen
o.v.t.t.
- zou verarmen
- zou verarmen
- zou verarmen
- zouden verarmen
- zouden verarmen
- zouden verarmen
diversen
- verarm!
- verarmt!
- verarmd
- verarmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verarmen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
impoverish | verarmen; verpauperen | |
pauperise | verarmen; verpauperen | |
pauperize | verarmen; verpauperen |
Wiktionary Translations for verarmen:
verarmen
verb
verarmen
-
armer worden
- verarmen → impoverish
verb
-
intransitive: become poor
-
transitive: deprive of some strength or richness
-
transitive: make poor
External Machine Translations: