Dutch
Detailed Translations for computercrash from Dutch to English
computercrash: (*Using Word and Sentence Splitter)
Wiktionary Translations for computercrash:
computercrash
noun
-
computer malfunction
English
Detailed Translations for computercrash from English to Dutch
computercrash: (*Using Word and Sentence Splitter)
- computer: computer; PC; personal computer
- crash: botsen; aanrijden; stoten op; op elkaar stoten; op elkaar knallen; botsing; aanrijding; collisie; breuk; scheur; barst; krak; klap; knal; kwak; dreun; smak; instorten; ineenstorten; aanvaring; verongelukken; afname; daling; val; terugloop; minder worden; instorting; debacle; ineenstorting; ineenzakking; beurskrach; krach; ontbinden; vastlopen; vergaan; verteren; rotten; verrotten; wegrotten; crashen; crash; vastloper
- Computer: Computer