Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. frivool:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for frivool from Dutch to English

frivool:


Translation Matrix for frivool:

NounRelated TranslationsOther Translations
gay flikker; homo; mietje; nicht; poot
shallow wad
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
flighty frivool; hups; lichtzinnig; losbandig; wuft lichtvaardig
flippant frivool; hups; lichtzinnig; losbandig; wuft
frivolous frivool; hups; lichtzinnig; losbandig; wuft lichtvaardig; loszinnig
gay frivool; hups; lichtzinnig; losbandig; wuft blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; goed geluimd; homo; homofiel; homoseksueel; jolig; kleurig; kwiek; levendig; levenslustig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; tierig; uitgelaten; vreugdevol; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
light-hearted frivool; hups; lichtzinnig; losbandig; wuft lachziek; lichthartig; losjes; luchthartig; luchtig; speels
shallow frivool; hups; lichtzinnig; losbandig; wuft doorwaadbaar; ondiep; oppervlakkig; zonder diepgang

Related Words for "frivool":

  • frivole

Wiktionary Translations for frivool:

frivool
adverb
  1. in a frivolous manner
adjective
  1. silly; especially at an inappropriate time or in an inappropriate manner

Cross Translation:
FromToVia
frivool conceited; frivolous; vain frivole — Qui est vain ; qui n’a nulle importance.

External Machine Translations: