Dutch
Detailed Translations for dresseur from Dutch to English
dressuur:
-
de dressuur (training; dresseren)
-
de dressuur (dierentemmer)
the animal trainer -
de dressuur (paardendresseur)
Translation Matrix for dressuur:
Noun | Related Translations | Other Translations |
animal trainer | dierentemmer; dressuur | |
drilling | dresseren; dressuur; training | boren |
horse-breaker | dressuur; paardendresseur | |
horse-trainer | dressuur; paardendresseur | |
schooling | dresseren; dressuur; training | aantal schoolgaanden; opleiding; scholing; schoolopleiding; vorming |
teaching | dresseren; dressuur; training | cursus; les; onderricht; onderrichting; onderwijs |
training | dresseren; dressuur; training | africhten; africhting; artsenpraktijk; bekwaming; kundig maken; oefening; opleiding; praktijk; scholing; schoolopleiding; spierwerking; training; vaardigheidsoefening; vorming |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
teaching | onderwijzend |
Wiktionary Translations for dresseur:
English
Detailed Translations for dresseur from English to Dutch
dresseur: (*Using Word and Sentence Splitter)
- dress: jurk; robe; aantrekken; aankleden; aandoen; kleren; tenue; gewaad; verwachting; zwangerschap; dracht; kleden; zich kleden; uitmonsteren; zich tooien; japon; jurkje; opmaken; afwerken; versieren; garneren; opsmukken; schotels garneren; zich aankleden; uitdossing; uniform; livrei; kleding
- EUR: EUR