Summary
Dutch to English: more detail...
- imperatief:
-
Wiktionary:
- imperatief → imperative
- imperatief → imperative, indispensable
Dutch
Detailed Translations for imperatief from Dutch to English
imperatief:
-
de imperatief (gebiedende wijs)
the imperative
Translation Matrix for imperatief:
Noun | Related Translations | Other Translations |
imperative | gebiedende wijs; imperatief | wezenlijkste |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
compelling | dwingend; gebiedend; gelastend; imperatief; vereisend | aangrijpend; emotioneel; fascinerend; hartroerend; hartveroverend; ontroerend; onweerstaanbaar; roerend |
imperative | dwingend; gebiedend; gelastend; imperatief; vereisend | broodnodig; door de behoefte vereist; hoognodig; nodig; noodzakelijk; onafwendbaar; onafwijsbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk |
Related Words for "imperatief":
Wiktionary Translations for imperatief:
imperatief
Cross Translation:
noun
-
de vorm waarin een werkwoord gebruikt wordt als iets zeker gedaan moet worden
- imperatief → imperative
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• imperatief | → imperative; indispensable | ↔ impératif — (grammaire, fr) au singulier mode qui exprime le commandement, la prière, l’exhortation, la défense, etc. |