Dutch
Detailed Translations for halsband from Dutch to English
halsband:
-
de halsband (leiband)
Translation Matrix for halsband:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bridle | halsband; leiband | hoofdstel; hoofdtuig; lei; leidsel; lijn; riem; teugel; toom; tuigje |
collar | halsband; leiband | boord; boordje; gareel; halskraag; harnas; kraag; kraagje; toom; tuig |
leash | halsband; leiband | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
collar | achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken |
Related Words for "halsband":
External Machine Translations: