Dutch
Detailed Translations for voorgoed from Dutch to English
voorgoed:
-
voorgoed (definitief; onverandelijk; permanent)
definitely; permanently; final; once and for all; forever-
definitely adv
-
permanently adv
-
final adj
-
once and for all adv
-
forever adv
-
Translation Matrix for voorgoed:
Noun | Related Translations | Other Translations |
final | einde; eindstrijd; finale | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
final | definitief; onverandelijk; permanent; voorgoed | absoluut; achterste; beslissend; definitief; definitieve; doorslaggevend; finaal; laatste; onvoorwaardelijk; permanent; pertinent; ten enenmale; terminaal; uiteindelijk; vast en zeker; vastgesteld; vaststaand; volstrekt; zeker |
Adverb | Related Translations | Other Translations |
definitely | definitief; onverandelijk; permanent; voorgoed | absoluut; beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; inderdaad; jawel; jazeker; onvoorwaardelijk; pertinent; reëel; stellig; ten enenmale; vast; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker |
forever | definitief; onverandelijk; permanent; voorgoed | |
once and for all | definitief; onverandelijk; permanent; voorgoed | |
permanently | definitief; onverandelijk; permanent; voorgoed |
Antonyms for "voorgoed":
Related Definitions for "voorgoed":
External Machine Translations: