Summary
Dutch to English: more detail...
- bekleding:
-
Wiktionary:
- bekleding → covering, upholstery
- bekleding → covering
Dutch
Detailed Translations for bekleding from Dutch to English
bekleding:
-
de bekleding (stoffering; stoffeerderij)
Translation Matrix for bekleding:
Noun | Related Translations | Other Translations |
carpeting | bekleding; stoffeerderij; stoffering | |
cloth | bekleding; stoffeerderij; stoffering | beddenlaken; clerus; doek; geestelijkheid; geweven stof; goed; kledingmateriaal; kleed; laken; lakens; lap; linnen; linnengoed; poetslap; schilderijdoek; stof; stuk stof; tafelkleed; tafelkleedje; tafellaken; textiel; vaatdoek; weefsel; wollen weefsel |
fabrics | bekleding; stoffeerderij; stoffering | textiel; textielwaren; weefsel |
soft furnishings | bekleding; stoffeerderij; stoffering | |
upholstering | bekleding; stoffeerderij; stoffering | |
upholstery | bekleding; stoffeerderij; stoffering | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
cloth | lakens; linnen; van laken |
Related Words for "bekleding":
Wiktionary Translations for bekleding:
bekleding
Cross Translation:
noun
bekleding
-
een laag stof ter versiering en berscherming aangebracht op een hard oppervlak of een meubelstuk
- bekleding → covering
noun
-
craft or business of upholstering furniture
-
materials so used
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bekleding | → covering | ↔ revêtement — Ouvrage de pierre |