Dutch

Detailed Translations for ronduit from Dutch to English

ronduit:


Translation Matrix for ronduit:

NounRelated TranslationsOther Translations
fair kermis; kermisterrein
open vrije ruimten
straight pokerterm voor straat; straat
VerbRelated TranslationsOther Translations
blunt afstompen; vervlakken
clean bergen; opruimen; reinigen; schonen; schoonmaken; schoonpoetsen; uitwassen; wassen; zemen; zuiveren
direct aanvoeren; begeleiden; besturen; dirigeren; gebieden; gelasten; leiden; leiding geven; managen; meevoeren; orkest dirigeren; regisseren; verwijzen; verwijzen naar; voeren; voorschrijven; voorzitten
open aanbreken; beginnen; een begin nemen; inleiden; inluiden; losgaan; loskrijgen; ontgrendelen; ontsluiten; open krijgen; opendoen; opendraaien; openen; opengaan; opengooien; openklappen; openmaken; openslaan; openwerpen; starten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
blatant gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit hard; lawaaierig; luid; luid klinkend; luidruchtig; opzichtig; protserig; rumoerig; schreeuwerig
blunt onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk abrupt; bot; bruusk; cru; direct; eensklaps; ineens; kortaf; kortzichtig; nors; ongenuanceerd; ongezouten; onomwonden; onscherp; onverbloemd; onverhoeds; onverholen; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onzacht; opeens; openlijk; plots; plotseling; plotsklaps; rechttoe rechtaan; stomp; zonder omhaal
certain absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker absoluut; een paar; enige; enkele; onvoorwaardelijk; pertinent; sommige; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; wat; zeker
frank onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; ruiterlijk; vrij; vrijelijk; vrijuit benaderbaar; cru; eerlijk; frank; genaakbaar; gulweg; met open vizier; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onbevangen; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe; rechttoe rechtaan; rondborstig; stoutmoedig; toegankelijk; volmondig; vrijmoedig; vrijpostig
frontal openlijk; ronduit frontaal; klassikaal
genuine echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit echt; heus; ongeveinsd; onvervalst; oprecht; origineel; werkelijk
honest onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit braaf; deugdzaam; eerlijk; eerzaam; fideel; lief; open; openhartig; oprecht; rechtdoorzee; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; trouwhartig; volmondig; voorbeeldig; zedig; zoet
open onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit benaderbaar; eerlijk; frank; genaakbaar; gulweg; niet dicht; onbedekt; onoverdekt; onverhuld; open; oprecht; rechtschapen; rechttoe; toegankelijk
outspoken onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk cru; onbevangen; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan; volmondig
plain vlakte
positive absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; positief; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
serious echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit erg; ernstig; heel erg; kwalijk; serieus; van bedenkelijke aard; vol ernst; werkelijk menend
sincere onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit braaf; eerlijk; ernstig; gemeend; hartgrondig; heel erg; ongeveinsd; open; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; serieus; vol ernst; werkelijk menend
straightforward onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit cru; gulweg; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan; volmondig
AdverbRelated TranslationsOther Translations
bluntly gewoonweg; gladweg; ronduit botweg; effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; gladaf; plat; platweg; strak; vlak; vlakuit
certainly absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker absoluut; beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; inderdaad; jawel; jazeker; onvoorwaardelijk; pertinent; reëel; stellig; ten enenmale; vast; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
frankly onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk met open vizier; onverholen; rondborstig
genially onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk
of course absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel
openly onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk cru; hard; luid; luid klinkend; met open vizier; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan; rondborstig
positively absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker jazeker; waarlijk; zeker
readily gewoonweg; gladweg; ronduit gaarne; goedschiks; graag; grif; grifweg; met gemak; vlot
OtherRelated TranslationsOther Translations
certainly ja hoor; natuurlijk!
of course ja hoor; natuurlijk!
ModifierRelated TranslationsOther Translations
clean gewoonweg; gladweg; ronduit deugdzaam; eerzaam; hygienisch; kuis; net; netjes; opgeruimd; ordelijk; proper; rein; schoon; zedig; zindelijk; zuiver
direct openlijk; ronduit directe; frontaal; klassikaal
downright gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit gewoonweg; klinkklaar; rechttoe
fair onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit behoorlijke; betrekkelijk; billijk; blond; deugdzaam; eerlijk; eerzaam; fair; fideel; geschikt; goudblond; open; openhartig; oprecht; rechtschapen; redelijk; redelijke; relatief; rondborstig; schappelijk; tamelijke; trouwhartig; zedig
forthright onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk
outright onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt
plain gewoonweg; klinkklaar; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; oprecht; puur; regelrecht; ronduit; ruiterlijk; vrij; vrijelijk; vrijuit alledaags; blank; cru; direct; eenvoudig; effen; gewoon; lelijk; lelijk uitziend; niets bijzonders; ongelakt; ongezouten; onknap; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; ordinair; rechttoe rechtaan; van één kleur; wit; wit van huidskleur
plain-spoken onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk
sheer gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit
straight echt; eerlijk; menens; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; ronduit; ruiterlijk; vrij; vrijelijk; vrijuit cru; direct; directe; gewoonweg; gulweg; kaarsrecht; klinkklaar; lijnrecht; linea recta; loodrecht; ongezouten; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onvermengd; openlijk; puur; recht; rechtdoorzee; rechtstreeks; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; volmondig; zuiver
sure absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker absoluut; beslist; echt; effectief; geheid; gewis; heus; ja; metterdaad; ongetwijfeld; onvoorwaardelijk; onweerlegbaar; pertinent; reëel; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; welzeker; werkelijk; zeker
sure and certain absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker
undoubted absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker

Wiktionary Translations for ronduit:

ronduit
adverb
  1. in a frank, open or (too) honest manner