Summary


Dutch

Detailed Translations for vechter from Dutch to English

vechter:

vechter [de ~ (m)] noun

  1. de vechter (kampvechter)
    the fighter; the warrior; the combatant; the wrestler
  2. de vechter (ruziemaker; haantje; kemphaan; )
    the quarreller; the brawler; the troublemaker; the quarrelsome person; the quarreler

Translation Matrix for vechter:

NounRelated TranslationsOther Translations
brawler haantje; kemphaan; ruziemaker; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter herrieschopper; kibbelaar; querulant; ruzieschopper; ruziezoeker
combatant kampvechter; vechter krijger; strijder
fighter kampvechter; vechter ijzervreter; kemphaan; knokker; krijger; messentrekker; ruziezoeker; strijder; vechtersbaas; vechtjas
quarreler haantje; kemphaan; ruziemaker; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter krakeler
quarreller haantje; kemphaan; ruziemaker; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter krakeler
quarrelsome person haantje; kemphaan; ruziemaker; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter herrieschopper; kibbelaar; krakeler; querulant; ruzieschopper; ruziezoeker
troublemaker haantje; kemphaan; ruziemaker; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter druktemaker; herrieschopper; hinderlijk persoon; lastpak; lastpost; onruststoker; zenuwlijder
warrior kampvechter; vechter krijger; strijder
wrestler kampvechter; vechter worstelaar

Related Words for "vechter":

  • vechters

Wiktionary Translations for vechter:

vechter
noun
  1. iemand die een gevecht niet uit de weg gaat
vechter
noun
  1. participant in a martial art
  2. pugnacious, competetive person
  3. person who fights