Dutch
Detailed Translations for waarden from Dutch to English
waren:
-
de waren (koopwaar; handelswaar; goederen; waar)
-
waren (ronddwalen; dolen)
Conjugations for waren:
o.t.t.
- waar
- waart
- waart
- waren
- waren
- waren
o.v.t.
- waarde
- waarde
- waarde
- waarden
- waarden
- waarden
v.t.t.
- heb gewaard
- hebt gewaard
- heeft gewaard
- hebben gewaard
- hebben gewaard
- hebben gewaard
v.v.t.
- had gewaard
- had gewaard
- had gewaard
- hadden gewaard
- hadden gewaard
- hadden gewaard
o.t.t.t.
- zal waren
- zult waren
- zal waren
- zullen waren
- zullen waren
- zullen waren
o.v.t.t.
- zou waren
- zou waren
- zou waren
- zouden waren
- zouden waren
- zouden waren
diversen
- waar!
- waart!
- gewaard
- waardend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for waren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
commodities | goederen; handelswaar; koopwaar; waar; waren | bezit; bezittingen; eigendom; goederen; handelsgoederen; handelswaar; have; koopwaar |
goods | goederen; handelswaar; koopwaar; waar; waren | artikelen; colli; dingen; goedje; koopwaar; spullen; voorwerpen; waar; zaakjes; zaken |
merchandise | goederen; handelswaar; koopwaar; waar; waren | artikelen; handel; handelswaar; klandizie; koophandel; koopmansgoederen; koopwaar; nering; voorwerpen; waar |
wares | goederen; handelswaar; koopwaar; waar; waren | artikelen; koopwaar; voorwerpen; waar |
Verb | Related Translations | Other Translations |
roam | dolen; ronddwalen; waren | aan de zwerf zijn; omzwerven; roamen; rondzwerven; zwalken; zwerven |
roam around | dolen; ronddwalen; waren |