Dutch
Detailed Translations for vervluchtigen from Dutch to English
vervluchtigen:
-
vervluchtigen
Conjugations for vervluchtigen:
o.t.t.
- vervluchtig
- vervluchtigt
- vervluchtigt
- vervluchtigen
- vervluchtigen
- vervluchtigen
o.v.t.
- vervluchtigde
- vervluchtigde
- vervluchtigde
- vervluchtigden
- vervluchtigden
- vervluchtigden
v.t.t.
- heb vervluchtigd
- hebt vervluchtigd
- heeft vervluchtigd
- hebben vervluchtigd
- hebben vervluchtigd
- hebben vervluchtigd
v.v.t.
- had vervluchtigd
- had vervluchtigd
- had vervluchtigd
- hadden vervluchtigd
- hadden vervluchtigd
- hadden vervluchtigd
o.t.t.t.
- zal vervluchtigen
- zult vervluchtigen
- zal vervluchtigen
- zullen vervluchtigen
- zullen vervluchtigen
- zullen vervluchtigen
o.v.t.t.
- zou vervluchtigen
- zou vervluchtigen
- zou vervluchtigen
- zouden vervluchtigen
- zouden vervluchtigen
- zouden vervluchtigen
diversen
- vervluchtig!
- vervluchtigt!
- vervluchtigd
- vervluchtigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vervluchtigen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
evaporate | vervluchtigen | dampen; rook afgeven; stomen; uitwasemen; verdampen; wasemen |
Wiktionary Translations for vervluchtigen:
vervluchtigen
noun
-
phase transition