Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onberispelijk:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onberispelijk from Dutch to English

onberispelijk:

onberispelijk adj

  1. onberispelijk (keurig; correct; onbesproken)

Translation Matrix for onberispelijk:

VerbRelated TranslationsOther Translations
correct beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; rechtstrijken; rechtzetten; renoveren; repareren; verbeteren
perfect afmaken; bijschaven; completeren; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
blameless correct; keurig; onberispelijk; onbesproken onschuldig; schuldeloos; schuldloos
correct correct; keurig; onberispelijk; onbesproken akkoord; correct; goed; in orde; juist; juiste; mee eens; precies
faultless correct; keurig; onberispelijk; onbesproken feilloos; foutloos; loepzuiver; zuiver
impeccable correct; keurig; onberispelijk; onbesproken onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos
perfect correct; keurig; onberispelijk; onbesproken briljant; degelijk; diepgaand; diepgravend; eersteklas; eersterangs; excellent; foutloos; gaaf; grondig; helemaal; hoogwaardig; ideaal; niet oppervlakkig; onaangetast; patent; perfect; perfekt; prima; puik; puntgaaf; subliem; superbe; top; tot de beste klasse behorend; totaal; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; van goede kwaliteit; volkomen; volleerd; volmaakt; voortreffelijk

Related Words for "onberispelijk":


Wiktionary Translations for onberispelijk:

onberispelijk
adjective
  1. beyond reproach

Cross Translation:
FromToVia
onberispelijk perfect einwandfrei — in tadellosem Zustand, ohne Fehler oder Mängel
onberispelijk pristine; immaculate makellos — ohne jeden Makel