Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. uitblussen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitblussen from Dutch to English

uitblussen:

uitblussen verb

  1. uitblussen (doven; smoren; uitdoven)
    to extinguish; to put out
    • extinguish verb (extinguishes, extinguished, extinguishing)
    • put out verb (puts out, put out, putting out)

Translation Matrix for uitblussen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
extinguish blussen; doven; smoren; uitblussen; uitdoven afsterven; afzetten; ophouden; sterven; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitsterven; uitzetten
put out blussen; doven; smoren; uitblussen; uitdoven aanbesteden; afdoen; afhandelen; afzetten; beslechten; ontstemmen; stilzetten; stoppen; tot stilstand brengen; twist uit de weg ruimen; uitbesteden; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitzetten
ModifierRelated TranslationsOther Translations
put out gepikeerd; geprikkeld; misnoegd; ontstemd; wrevelig

Wiktionary Translations for uitblussen:


Cross Translation:
FromToVia
uitblussen quench éteindrecesser l’ignition d’une chose.