Adjective | Related Translations | Other Translations |
acceptable
|
aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
|
aanvaardbaar; courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon
|
believable
|
aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
|
|
credible
|
aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
|
|
plausible
|
aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
|
vermoedelijk; waarschijnlijk
|
reasonable
|
aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
|
aannemelijk; billijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; geschikt; hebbelijk; logisch; op goede gronden steunend; passende; redelijk; schappelijk; solide; steekhoudend
|
reliable
|
aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
|
bedrijfszeker; betrouwbaar; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; degelijk; deugdelijk; fideel; fleurig; gedegen; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; van goede hoedanigheid; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
likely
|
aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
|
vermoedelijk; waarschijnlijk
|