Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. wollig:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for wollig from Dutch to English

wollig:

wollig adj

  1. wollig (onduidelijk)
  2. wollig (wolachtig)
    woolly; woollen; woolen; wooly

Translation Matrix for wollig:

VerbRelated TranslationsOther Translations
obscure troebel maken; verdonkeren; verduisteren; versomberen; vertroebelen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
indistinct onduidelijk; wollig buiten gebruik; defect; onklaar; onoverzichtelijk; stuk
obscure onduidelijk; wollig buiten gebruik; defect; donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; onklaar; onoverzichtelijk; stuk; verdacht
unclear onduidelijk; wollig buiten gebruik; defect; flauw; mistig; nevelachtig; niet doorzichtig; ondoorzichtig; onduidelijk; onhelder; onklaar; onoverzichtelijk; stuk; vaag; vagelijk; wazig
vague onduidelijk; wollig flauw; mistig; nevelachtig; niet helder; onbepaald; onbestemd; onduidelijk; onhelder; vaag; vaag zichtbaar; vagelijk; verward; wazig
woolen wolachtig; wollig wollen
woollen wolachtig; wollig wollen
woolly wolachtig; wollig behaard; harig; ruig; voos
wooly wolachtig; wollig behaard; harig; ruig; voos

Related Words for "wollig":

  • wolligheid, wolliger, wolligere, wolligst, wolligste, wollige

Wiktionary Translations for wollig:

wollig
adjective
  1. tending to use large or obscure words, which few understand
  2. pompous or bombastic
  3. made of wool