Summary
Dutch to English: more detail...
- boomstam:
-
Wiktionary:
- boomstam → tree trunk
- boomstam → tree trunk, trunk, section, frustum
Dutch
Detailed Translations for boomstam from Dutch to English
boomstam:
-
de boomstam
the tree trunk
Translation Matrix for boomstam:
Noun | Related Translations | Other Translations |
tree trunk | boomstam |
Related Words for "boomstam":
Wiktionary Translations for boomstam:
English
Detailed Translations for boomstam from English to Dutch
boomstam: (*Using Word and Sentence Splitter)
- booms: slagbomen; afsluitbomen; sluitbomen
- TAM: TAM; Technical Account Manager
- boom: bloei; hoogconjunctuur; hausse; klap; knal; kwak; dreun; smak; vordering; vooruitgang; toename; explosie; ontploffing; plof; bam; schreeuwen; blaffen; brullen; bulderen; daveren; knallen; bloeien; tot hoogconjunctuur komen; ontlading; rijzing; plotselinge uitbarsting