Summary
Dutch to English: more detail...
- conform:
-
Wiktionary:
- conform → conform
- conform → conformable
English to Dutch: more detail...
- conform:
-
Wiktionary:
- conform → conform, conformeren
- conform → congruent zijn, elkaar dekken, rijmen, zich aanpassen, overeenstemmen, overeenkomen, corresponderen
Dutch
Detailed Translations for conform from Dutch to English
conform:
-
conform (overeenstemmend)
-
conform
Translation Matrix for conform:
| Adjective | Related Translations | Other Translations |
| compliant | conform | gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend |
| Preposition | Related Translations | Other Translations |
| - | volgens | |
| Modifier | Related Translations | Other Translations |
| in accordance with | conform; overeenstemmend | als gevolg van; bevestigend; conform de regel; door; in overeenstemming met; ingevolge; naar de regel; overeenkomstig; overeenstemmend; passend bij; ten gevolge van; volgens |
| in conformity with | conform; overeenstemmend | bevestigend; conform de regel; naar de regel; overeenstemmend |
Related Words for "conform":
Synonyms for "conform":
Related Definitions for "conform":
Wiktionary Translations for conform:
conform
Cross Translation:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • conform | → conformable | ↔ konform — übereinstimmend, einiggehen |
External Machine Translations:
Related Translations for conform
English
Detailed Translations for conform from English to Dutch
conform:
Translation Matrix for conform:
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| een fusie aangaan | conform; follow; fuse; fuze; go together; go with; merge | |
| fuseren | conform; follow; fuse; fuze; go together; go with; merge | fuse; fuze; melt together; merge |
| samengaan | conform; follow; fuse; fuze; go together; go with; merge | |
| - | adapt; adjust |
Related Words for "conform":
Synonyms for "conform":
Antonyms for "conform":
Related Definitions for "conform":
Wiktionary Translations for conform:
conform
Cross Translation:
verb
conform
-
Act in accordance with expectations; behave in the manner of others
- conform → conform
verb
-
(onovergankelijk) gelijkvormig maken, naar iets inrichten
-
(wederkerend) zich aanpassen aan
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • conform | → congruent zijn; elkaar dekken; rijmen; zich aanpassen | ↔ concorder — Être en concordance. |
| • conform | → overeenstemmen; overeenkomen; corresponderen; congruent zijn; elkaar dekken; rijmen; zich aanpassen | ↔ correspondre — Être en rapport de symétrie et d’harmonie avec quelque chose. |
External Machine Translations: