Summary
Dutch
Detailed Translations for streling from Dutch to English
streling:
-
de streling (liefkozing; aanhalen; aanhaling)
-
de streling (liefkozing; aanhalen; vleien; aai; aaiing; gestreel)
Translation Matrix for streling:
Noun | Related Translations | Other Translations |
caress | aai; aaiing; aanhalen; aanhaling; gestreel; liefkozing; streling; vleien | knuffel; liefkozing |
cuddle | aanhalen; aanhaling; liefkozing; streling | |
fondling | aanhalen; aanhaling; liefkozing; streling | |
hug | aanhalen; aanhaling; liefkozing; streling | knuffel; knuffelpartij; liefkozing; omarming; omhelzing |
stroking | aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
caress | aaien; beminnen; de liefde bedrijven; knuffelen; knuffen; kozen; liefkozen; minnekozen; minnen; strelen; vrijen | |
cuddle | afpakken; aftroggelen; beminnen; bietsen; de liefde bedrijven; gappen; grissen; inpikken; knuffelen; kozen; liefkozen; minnekozen; minnen; omarmen; omhelzen; omstrengelen; ontfutselen; pikken; vrijen | |
hug | knuffelen; knuffen; kozen; liefkozen; omarmen; omhelzen; omstrengelen |