Noun | Related Translations | Other Translations |
die
|
gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm
|
creperen
|
matrix
|
gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm
|
drukvorm; matrijs; matrix; moedervorm; rek; rekbaarheid; veerkracht
|
model
|
gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm
|
fotomodel; mal; mannequin; maquette; model; modelvorm; monster; proefje; proeve; prototype; sjablone; sjabloon; specimen; staal; staaltje
|
mold
|
gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm
|
gietmal; matrijs; matrix; moedervorm; vorm
|
mould
|
gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm
|
compost; meeldauw; molm; pootaarde; teelaarde
|
shape
|
gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm
|
conditie; figuur; gedaante; gestalte; in vorm zijn; lichaamslijn; lichaamspostuur; postuur; shape; silhouet; verschijning; vorm
|
template
|
gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm
|
documentsjabloon; mal; modelvorm; sjablone; sjabloon
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
die
|
|
bezwijken; breken; creperen; doodgaan; heengaan; hongeren; hongerlijden; in de oorlog omkomen; inslapen; kapot gaan; kapotgaan; omkomen; ontslapen; overlijden; sneuvelen; stempel zetten; stempelen; sterven; stuk gaan; vallen; verhongeren; verrekken; verscheiden; versterven; wegvallen; zieltogen
|
model
|
|
boetseren; fatsoeneren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven; vormen; vormgeven
|
mould
|
|
beschimmelen; boetseren; kneden; maken; modelleren; schimmelen; vervaardigen; vorm geven; vormen; vormgeven
|
shape
|
|
boetseren; fatsoeneren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven; vormen; vormgeven
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
model
|
|
modelmatig; voorbeeldig
|
Other | Related Translations | Other Translations |
die
|
|
dobbelsteen
|