Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: grammofoon

Dutch and English Translation Search Results for grammofoon

Summary

Dutch to English: more detail...

grammofoon:
- disk; disc; compact disc; record; compact disk
- Gramophone; phonograph; record player
Wiktionary:
- grammofoon → gramophone, phonograph, record-player, cylinder phonograph

Dutch

Detailed Translations for grammofoon from Dutch to English

grammofoon:

grammofoon

grammofoon (schijf)
the disk; the disc; the compact disc; the record; the compact disk
- disk [the ~] noun, American
- disc [the ~] noun, British
- compact disc [the ~] noun, British
- record [the ~] noun
- compact disk [the ~] noun, American

grammofoon [de ~ (m)] noun

de grammofoon (platenspeler; draaitafel; pick-up)
the Gramophone; the phonograph; the record player
- Gramophone [the ~] noun
- phonograph [the ~] noun
- record player [the ~] noun

Translation Matrix for grammofoon:

Noun	Related Translations	Other Translations
Gramophone	draaitafel; grammofoon; pick-up; platenspeler
compact disc	grammofoon; schijf	cd; compact disc
compact disk	grammofoon; schijf
disc	grammofoon; schijf	moot; schijf
disk	grammofoon; schijf	diskette; moot; schijf
phonograph	draaitafel; grammofoon; pick-up; platenspeler
record	grammofoon; schijf	album; elpee; grammofoonplaat; l.p.; langspeelplaat; lijst; lijst van gegevens; lp; opgaaf; opgave; optekening; overzicht; plaat; rapport; record; reportage; staat; staatje; verhaal; verslag; weergave
record player	draaitafel; grammofoon; pick-up; platenspeler	pick-up; platenspeler
Verb	Related Translations	Other Translations
record		aantekenen; boeken; boekstaven; inspreken; noteren; onthouden; op schrift stellen; opnemen; opschrijven; opslaan; optekenen; registreren; te boek stellen; vastleggen

Related Words for "grammofoon":

grammofonen, grammofoons, grammofoontje

Wiktionary Translations for grammofoon:

Cross Translation:

From	To	Via
• grammofoon	→ gramophone	↔ gramophone — phonographe.
• grammofoon	→ phonograph; record-player; gramophone; cylinder phonograph	↔ phonographe — (vieilli) appareil qui enregistrer et reproduire les sons.