Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: beschikken

Dutch and English Translation Search Results for beschikken

Summary

Dutch to English: more detail...

beschikken:
- prescribe; determine; requiring; dictating; declaring; decreeing; ordering
Wiktionary:
- beschikken → arrange, appoint

Dutch

Detailed Translations for beschikken from Dutch to English

beschikken:

beschikken [znw.] noun

beschikken (voorschrijven; verordenen; bepalen)
the prescribe; the determine; the requiring; the dictating; the declaring; the decreeing; the ordering
- prescribe [the ~] noun
- determine [the ~] noun
- requiring [the ~] noun
- dictating [the ~] noun
- declaring [the ~] noun
- decreeing [the ~] noun
- ordering [the ~] noun

Translation Matrix for beschikken:

Noun	Related Translations	Other Translations
declaring	bepalen; beschikken; verordenen; voorschrijven
decreeing	bepalen; beschikken; verordenen; voorschrijven
determine	bepalen; beschikken; verordenen; voorschrijven	bepalen; vaststellen
dictating	bepalen; beschikken; verordenen; voorschrijven
ordering	bepalen; beschikken; verordenen; voorschrijven	bestellen
prescribe	bepalen; beschikken; verordenen; voorschrijven
requiring	bepalen; beschikken; verordenen; voorschrijven
Verb	Related Translations	Other Translations
determine		bepalen; bestemmen; definiëren; determineren; omschrijven; vaststellen
Modifier	Related Translations	Other Translations
ordering		bevelend

Related Definitions for "beschikken":

ergens gebruik van kunnen maken¹
- je kunt de hele vakantie over mijn auto beschikken¹

Wiktionary Translations for beschikken:

beschikken

verb

beslissen, regelen
- beschikken → arrange

beschikken

verb

to constitute; to ordain; to prescribe; to fix the time and place of
- appoint → vaststellen; bepalen; beschikken

Related Translations for beschikken

beschikken over

¹Muiswerk Woordenboek