Hindernis: translate Dutch

Summary

Dutch to English: more detail...

hindernis:
- obstacle; barrier; hindrance; impediment; stumbling block; bar; barrier obstacles
Wiktionary:
- hindernis → obstacle, barrier, impediment, hamper, difficulty
- hindernis → hurdle, fence, barrier, impediment, obstacle, annoyance, bother, encumbrance, inconvenience, drawback

Dutch

Detailed Translations for hindernis from Dutch to English

de hindernis (hinderpaal)
the obstacle; the barrier; the hindrance; the impediment; the stumbling block; the bar
- obstacle [the ~] noun
- barrier [the ~] noun
- hindrance [the ~] noun
- impediment [the ~] noun
- stumbling block [the ~] noun
- bar [the ~] noun
de hindernis (obstakel; belemmering; beletsel; klip)
the obstacle; the barrier; the impediment; the hindrance
- obstacle [the ~] noun
- barrier [the ~] noun
- impediment [the ~] noun
- hindrance [the ~] noun
de hindernis (barrageopstakels)
the barrier obstacles
- barrier obstacles [the ~] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
bar	hindernis; hinderpaal	bar; baton; buffet; café; coffeeshop; drankbuffet; dwarsbalk; dwarshout; gelagkamer; kroeg; kruishout; lokaliteit; pastille; plak; reep; reep chocolade; ritshout; roadblock; spijl; spon; staaf; staf; stang; stijl; stok; tablet; tap; tapkast; tapperij; taveerne; toog; tralie; versperring
barrier	belemmering; beletsel; hindernis; hinderpaal; klip; obstakel	afgrendeling; afsluitboom; afsluiting; dichtmaken; het afsluiten; roadblock; slagboom; sluitboom; sluiting; versperring
barrier obstacles	barrageopstakels; hindernis
hindrance	belemmering; beletsel; hindernis; hinderpaal; klip; obstakel	belemmering; bemoeilijking; hinder; last; moeite; obstructie; overlast; sabotage; soesa; struikelblok; tegenwerking; verhinderd zijn; verhindering
impediment	belemmering; beletsel; hindernis; hinderpaal; klip; obstakel	afwijking; belemmering; bemoeilijking; breidel; gebrek; handicap; hinder; last; moeite; obstructie; overlast; soesa; verhinderd zijn; verhindering
obstacle	belemmering; beletsel; hindernis; hinderpaal; klip; obstakel	bemoeilijking; bobbel; hinder; hobbel; obstructie; oneffenheid; ongelijkheid; overlast; struikelblok; verhinderd zijn; verhindering; verstopping in het lichaam
stumbling block	hindernis; hinderpaal	struikelblok
Verb	Related Translations	Other Translations
bar		afgrendelen; afschermen; barricaderen; traliën; versperren

hindernis

noun

hindernis

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• hindernis	→ hurdle; fence; barrier; impediment; obstacle	↔ Hindernis — ein Gegenstand, der das Weiterkommen verhindern oder behindern
• hindernis	→ annoyance; bother; encumbrance; impediment; inconvenience; drawback	↔ inconvénient — Ce qui survenir de fâcheux dans une affaire, ce qui résulter de fâcheux d’un parti qu’on prend.

English