Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verdieping:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verdieping from Dutch to English

verdieping:

verdieping [de ~ (v)] noun

  1. de verdieping (etage; woonlaag)
    the storey; the floor; the level
  2. de verdieping (intensivering)
    the intensification

Translation Matrix for verdieping:

NounRelated TranslationsOther Translations
floor etage; verdieping; woonlaag grond; vloer
intensification intensivering; verdieping consolidatie; verharding; verscherping; versterking; versteviging
level etage; verdieping; woonlaag afgraven; afgraving; dimensieniveau; echelon; gehalte; geleding; graad; gradatie; laag; mate; niveau; peil; plan; stand; vlak; vlak maken; waterpas
storey etage; verdieping; woonlaag
VerbRelated TranslationsOther Translations
floor neerslaan; omslaan; onderuithalen; vloeren
level afplatten; effenen; gelijk trekken; gelijkmaken; nivelleren; platmaken; vereffenen; verrekenen; vlak maken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
level effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit; waterpas

Related Words for "verdieping":

  • verdiepingen

Wiktionary Translations for verdieping:

verdieping
noun
  1. het dieper maken
  2. alle ruimten op één hoogte in een gebouw
verdieping
noun
  1. floor of a multi-storey building
  2. storey/story
  3. floor
  4. level of a building

Cross Translation:
FromToVia
verdieping floor; storey; story niveau — Étage
verdieping floor; storey; story étageespace entre deux planchers dans un bâtiment.

External Machine Translations:

Related Translations for verdieping