Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. behoeftigheid:
  2. behoeftig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for behoeftigheid from Dutch to English

behoeftigheid:

behoeftigheid [de ~ (v)] noun

  1. de behoeftigheid (noodwendigheid; nood)
    the necessity; the need; the destitution; the disaster; the adversity
  2. de behoeftigheid (hulpbehoevendheid)
    the need; the neediness; the destitution
  3. de behoeftigheid (minvermogendheid; armelijkheid)
    the poorness; the indigentness; the of limited means

Translation Matrix for behoeftigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
adversity behoeftigheid; nood; noodwendigheid ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen
destitution behoeftigheid; hulpbehoevendheid; nood; noodwendigheid armoede; ellende; gebrek; malheur; moeilijkheden; noodlijdendheid; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag
disaster behoeftigheid; nood; noodwendigheid ellende; gevaar; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onheilsdreiging; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag
indigentness armelijkheid; behoeftigheid; minvermogendheid
necessity behoeftigheid; nood; noodwendigheid elementaire zaak; levensbehoefte; levensbenodigdheid; noodzaak
need behoeftigheid; hulpbehoevendheid; nood; noodwendigheid armoede; ellende; gebrek; hulpbehoevendheid; nood
neediness behoeftigheid; hulpbehoevendheid
of limited means armelijkheid; behoeftigheid; minvermogendheid
poorness armelijkheid; behoeftigheid; minvermogendheid armoedigheid; gebrekkigheid; haveloosheid; ielheid; magerheid; sjofelheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
need behoeven; believen; benodigen; hoeven; moeten; nodig hebben; willen

Related Words for "behoeftigheid":


Wiktionary Translations for behoeftigheid:

behoeftigheid
noun
  1. onvermogen buiten de hulp van anderen te kunnen
behoeftigheid
noun
  1. poverty

behoeftig:


Translation Matrix for behoeftig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
destitute arm; armelijk; armoedig; behoeftig; kommerlijk; minvermogend; noodlijdend; onvermogend berooid; brodeloos; doodarm; misdeeld; straatarm
indigent arm; armelijk; armoedig; behoeftig; kommerlijk; minvermogend; noodlijdend; onvermogend arm; armetierig; berooid; pover; straatarm
needy arm; armelijk; armoedig; behoeftig; kommerlijk; minvermogend; noodlijdend; onvermogend arm; armetierig; berooid; hulpbehoevend; hulpvragend; hulpzoekend; pover; steunzoekend
penniless arm; armelijk; armoedig; behoeftig; kommerlijk; minvermogend; noodlijdend; onvermogend berooid; doodarm; straatarm
poor arm; armelijk; armoedig; behoeftig; kommerlijk; minvermogend; noodlijdend; onvermogend arm; armetierig; armoedig; armzalig; bar; berooid; deerniswekkend; dor; ellendig; erbarmelijk; erg; flodderig; gebrekkig; haveloos; inferieur; karig; klungelig; krukkig; mager; matig; middelmatig; min; minderwaardig; misdeeld; niet al te best; onbeduidend; onbeholpen; onbemiddeld; ondermaats; ondeugdelijk; ongegoed; onhandig; onvermogend; pover; rampzalig; schamel; schraal; schutterig; sjofel; sjofeltjes; slap; slapjes; slecht; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; tweederangs; verlopen; zwak; zwakjes

Related Words for "behoeftig":


Wiktionary Translations for behoeftig:

behoeftig
adjective
  1. poor; destitute

Cross Translation:
FromToVia
behoeftig miserable miserabel — sehr schlecht, erbärmlich, krank, mies
behoeftig empty; vacant; needy; miserable; destitude; impoverished; penniless; void; bare; hollow vide — Qui ne contenir rien ; qui est totalement dépourvoir de.