Summary
Dutch
Detailed Translations for voorzitten from Dutch to English
voorzitten:
-
voorzitten (leiding geven; leiden; besturen; aanvoeren; managen)
Conjugations for voorzitten:
o.t.t.
- zit voor
- zit voor
- zit voor
- zitten voor
- zitten voor
- zitten voor
o.v.t.
- zat voor
- zat voor
- zat voor
- zaten voor
- zaten voor
- zaten voor
v.t.t.
- heb voorgezeten
- hebt voorgezeten
- heeft voorgezeten
- hebben voorgezeten
- hebben voorgezeten
- hebben voorgezeten
v.v.t.
- had voorgezeten
- had voorgezeten
- had voorgezeten
- hadden voorgezeten
- hadden voorgezeten
- hadden voorgezeten
o.t.t.t.
- zal voorzitten
- zult voorzitten
- zal voorzitten
- zullen voorzitten
- zullen voorzitten
- zullen voorzitten
o.v.t.t.
- zou voorzitten
- zou voorzitten
- zou voorzitten
- zouden voorzitten
- zouden voorzitten
- zouden voorzitten
diversen
- zit voor!
- zit voor!
- voorgezeten
- voorzittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for voorzitten:
Related Definitions for "voorzitten":
Wiktionary Translations for voorzitten:
voorzitten
Cross Translation:
verb
voorzitten
-
leiding geven aan een vergadering
- voorzitten → preside
verb
-
to act as a president or chairperson
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorzitten | → preside | ↔ présider — occuper la premier place dans une assemblée, avoir charge d’y maintenir l’ordre, d’y donner la parole, de recueillir les voix et de proclamer les décisions qu’elle rendre. |