Noun | Related Translations | Other Translations |
deposit
|
afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
|
aanbetaling; belegging; deposito; drab; droesem; geldbelegging; grondsoppen; inleg; investering; kit; kleefstof; lijm; minimum inleg; plak; plaksel; statiegeld; storting
|
depot
|
bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis
|
geweermagazijn; magazijn; opslag; opslagplaats; provisiekast; station
|
dregs
|
afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
|
bezinksel; bezinksels; dik; drab; droesem; grondsop; grondsoppen; moer; neerslag; uitvaagsel; zetsel
|
last bit
|
afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
|
|
lees
|
afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
|
bezinksel; bezinksels; dik; drab; droesem; grondsop; grondsoppen; moer; neerslag; zetsel
|
remnant
|
afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
|
|
residuum
|
afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
|
overblijfsel; residu's; rest
|
rest
|
afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
|
overblijfsel; rest; ruststand; rustteken; steuntje
|
sediment
|
afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
|
bezinksel; bezinksels; dik; drab; droesem; grondsop; grondsoppen; hemelwater; koffiedik; moer; neerslag; prut; regen; zetsel
|
shed
|
bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis
|
afdak; barak; bouwkeet; hangaar; hok; hut; hutje; keet; koestal; krot; krotwoning; loods; luifel; schuur
|
sludge
|
afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
|
bezinksel; bezinksels; dik; drab; drek; droesem; grondsop; moer; neerslag; prut; smurrie; zetsel
|
store
|
bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis
|
archief; geweermagazijn; ligopslagplaats; magazijn; opslag; opslagplaats; provisiekast
|
storehouse
|
bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis
|
magazijn; voorraadmagazijn
|
the last bit
|
afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
|
|
warehouse
|
bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis
|
geweermagazijn; goederenloods; goederenopslagruimte; magazijn; opslag; opslagplaats; provisiekast; voorraadmagazijn
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
deposit
|
|
aanbetalen; bijstorten; deponeren; geld overmaken; in bewaring geven; leggen; neerleggen; neerzetten; op rekening storten; overboeken; overschrijven; overzenden; plaatsen; stationeren; storten; zetten
|
rest
|
|
relaxen; rusten; uitrusten; verpozen
|
shed
|
|
vergieten
|
store
|
|
archiveren; bewaren; deponeren; hamsteren; opbergen; oppotten; opslaan; opzij leggen; potten; stallen; wegbergen; wegsluiten; wegzetten
|