Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. geleiding:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for geleiding:
    • conduction


Dutch

Detailed Translations for geleiding from Dutch to English

geleiding:

geleiding [de ~ (v)] noun

  1. de geleiding (elektrische geleiding)
    the lead; the cable; the wire; the ripcord
  2. de geleiding (kabelleiding; kabel; leiding)
    the cable; the wire

Translation Matrix for geleiding:

NounRelated TranslationsOther Translations
cable elektrische geleiding; geleiding; kabel; kabelleiding; leiding beheer; bestuur; directie; kabel; kabeltouw; leiding; scheepskabel; telegram
lead elektrische geleiding; geleiding aanknopingspunt; aanvoeren; aanvoering; aanwijzing; leiding; lood; naaiplombe; plombe; potentiële klant; sales lead; spoor; tip; vingerwenk; vingerwijzing; voorgaan; voorsprong; wenk
ripcord elektrische geleiding; geleiding trekkoord
wire elektrische geleiding; geleiding; kabel; kabelleiding; leiding beheer; bestuur; directie; draad; ijzerdraad; kabel; kabeltouw; leiding; scheepskabel; telegram; tot draad getrokken ijzer
VerbRelated TranslationsOther Translations
cable bekabelen; telegraferen
lead aanvoeren; begeleiden; besturen; in goede banen leiden; leiden; leiding geven; loden; managen; meevoeren; van loodglazuur voorzien; voeren; voorzitten
wire telegraferen

Wiktionary Translations for geleiding:

geleiding
noun
  1. het verschijnsel waarbij transport van elektrische lading of warmte plaatsvindt in een materiaal
geleiding
noun
  1. ability to conduct

Related Translations for geleiding