Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: aanbelanden

Dutch and English Translation Search Results for aanbelanden

Summary

Dutch to English: more detail...

aanbelanden:
- Wiktionary:
  aanbelanden → end up

Dutch

Detailed Translations for aanbelanden from Dutch to English

aanbelanden: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

aan: to; on; upon; at; in; up; onto
belanden: end

Spelling Suggestions for: aanbelanden

belanden; aanbelden; aanmaanden; aanbranden; aanranden; aanspanden; aanbetaalden; aanbonden; aanbeden; aanbellen

Wiktionary Translations for aanbelanden:

aanbelanden

verb

ergens terechtkomen
- aanbelanden → end up

External Machine Translations: