Summary
Dutch
Detailed Translations for onrustig from Dutch to English
onrustig:
Translation Matrix for onrustig:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
fidgety | onrustig; roerig; woelig | ongedurig |
nervous | nerveus; onrustig | gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig; nerveus; schichtig; schrikachtig; vreesachtig; zenuwachtig |
restless | onrustig; roerig; woelig | aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; ongedurig; ononderbroken; onophoudelijk; rusteloos; steeds; telkens; voortdurend |
tumultuous | bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig | ovationeel |
turbulent | bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig | |
uptight | nerveus; onrustig | gespannen; gestressd; opgejaagd |