Dutch
Detailed Translations for transactie from Dutch to English
transactie:
-
de transactie (deal; zaak)
-
de transactie
the transaction– The pairing of two or more actions that are performed together as a single action; the action succeeds or fails as a whole. 1 -
de transactie
the transaction– An event or condition that is recorded in asset, liability, expense, revenue, and/or equity accounts. Sales to customers or purchases from vendors are examples of transactions. 1
Translation Matrix for transactie:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bargain | deal; transactie; zaak | aanbieding; afpingelarij; knibbelarij; koopje; marchandering; onderhandeling; speciale aanbieding; spotkoopje |
deal | deal; transactie; zaak | |
transaction | deal; transactie; zaak | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
bargain | afdingen; afpingelen; dingen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren | |
deal | ageren; handelen |
Related Words for "transactie":
Wiktionary Translations for transactie:
transactie
noun
-
economie|nld het betalen van een geldbedrag voor het verkrijgen van een product of dienst
- transactie → transaction