Dutch
Detailed Translations for opschrift from Dutch to English
opschrift:
-
het opschrift (titel)
-
het opschrift (inscriptie)
Translation Matrix for opschrift:
Noun | Related Translations | Other Translations |
caption | opschrift; titel | bijschrift; legenda; onderschrift; randschrift; tekst van bijschrift; titelbalk |
engravement | inscriptie; opschrift | |
heading | opschrift; titel | aansturing; hoofden; koppen; richting |
inscription | inscriptie; opschrift | bijschrift; legenda; onderschrift |
title | opschrift; titel | aanduiding; aanspraak; benaming; benoeming; boektitel; graad; grammaticaal predikaat; predikaat; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel; waardigheidstitel; wetenschappelijke graad |
op schrift:
-
op schrift (contractueel)
-
op schrift (zwart op wit)
in black and white; in writing; written down; by contract-
in writing adj
-
written down adj
-
by contract adj
Translation Matrix for op schrift:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
contractual | contractueel; op schrift | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
by contract | contractueel; op schrift; zwart op wit | |
in black and white | op schrift; zwart op wit | |
in writing | contractueel; op schrift; zwart op wit | |
written down | op schrift; zwart op wit |
External Machine Translations: