Summary
Dutch to English: more detail...
- enteren:
- Wiktionary:
English to Dutch: more detail...
-
enter:
- betreden; binnenkomen; ingaan; binnentreden; binnengaan; binnenstappen; binnenlopen; toetreden; aantreden; aanmelden; subscriberen; opgeven; inschrijven; intekenen; aangaan; aanknopen; penetreren; binnen gaan; inzenden; insturen; inklaren; klaren; naar binnen vallen; invallen; binnentrekken; binnenmarcheren; invoeren
-
Wiktionary:
- enter → invoeren, binnengaan, binnenkomen, opkomen
- enter → betreden, tekenen, ondertekenen, inschrijven, intekenen, plaatsen, binnenkomen, inkomen, binnendringen, doordringen, doorstoten, op het station aankomen, binnengaan, binnenlopen, ingaan, boeken, bijboeken, registreren, inschuiven, instoppen, indoen, inleggen, inzetten, binnenleiden, inleiden, invoeren, steken, insteken, adverteren, annonceren, aankondigen, aandienen
Dutch
Detailed Translations for enter from Dutch to English
enteren:
-
enteren
Conjugations for enteren:
o.t.t.
- enter
- entert
- entert
- enteren
- enteren
- enteren
o.v.t.
- enterde
- enterde
- enterde
- enterden
- enterden
- enterden
v.t.t.
- heb geënterd
- hebt geënterd
- heeft geënterd
- hebben geënterd
- hebben geënterd
- hebben geënterd
v.v.t.
- had geënterd
- had geënterd
- had geënterd
- hadden geënterd
- hadden geënterd
- hadden geënterd
o.t.t.t.
- zal enteren
- zult enteren
- zal enteren
- zullen enteren
- zullen enteren
- zullen enteren
o.v.t.t.
- zou enteren
- zou enteren
- zou enteren
- zouden enteren
- zouden enteren
- zouden enteren
en verder
- ben geënterd
- bent geënterd
- is geënterd
- zijn geënterd
- zijn geënterd
- zijn geënterd
diversen
- enter!
- entert!
- geënterd
- enterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for enteren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
board | aandeel; beheer; bestuur; deel; directie; hoofdbestuur; kostgeld; lat; legbord; leiding; part; schroot; smalle plank | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
board | enteren | emballeren; herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; inpakken; inwikkelen; kartonneren; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; plaatsen; verpakken |
Wiktionary Translations for enteren:
enteren
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• enteren | → begin; commence; start; collide with; crash into; bring up; broach; land; address; accost; hitch on; hook on; attach; approach; deal with; tackle; berth | ↔ aborder — intransitif|fr marine|fr arriver au bord, prendre terre. |
• enteren | → hook; couple; hang; secure; hitch on; hook on; attach | ↔ accrocher — Attacher, suspendre à un crochet, à un clou, à un portemanteau, etc. (Sens général). |
Wiktionary Translations for enter:
English
Detailed Translations for enter from English to Dutch
enter:
-
to enter (come in; go into; get in; go in; go inside)
-
to enter (fall in; step off; line up)
-
to enter (enlist; subscribe; register; enroll; inscribe; enrol)
-
to enter (register; subscribe; enroll; inscribe; enlist; give up; hand down; book; enrol)
-
to enter (enter into; tie on to)
-
to enter (penetrate)
-
to enter (send in; contribute)
-
to enter (set foot on)
-
to enter (clear baggage; clear)
-
to enter (fall in; come in)
-
to enter (march in; invade; go in)
binnentrekken; binnenmarcheren-
binnenmarcheren verb (marcheer binnen, marcheert binnen, marcheerde binnen, marcheerden binnen, binnengemarcheerd)
-
to enter
– To enter information by means of the keyboard or other input method. 1
Conjugations for enter:
present
- enter
- enter
- enters
- enter
- enter
- enter
simple past
- entered
- entered
- entered
- entered
- entered
- entered
present perfect
- have entered
- have entered
- has entered
- have entered
- have entered
- have entered
past continuous
- was entering
- were entering
- was entering
- were entering
- were entering
- were entering
future
- shall enter
- will enter
- will enter
- shall enter
- will enter
- will enter
continuous present
- am entering
- are entering
- is entering
- are entering
- are entering
- are entering
subjunctive
- be entered
- be entered
- be entered
- be entered
- be entered
- be entered
diverse
- enter!
- let's enter!
- entered
- entering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for enter:
Related Words for "enter":
Synonyms for "enter":
Antonyms for "enter":
Related Definitions for "enter":
Wiktionary Translations for enter:
enter
Cross Translation:
verb
enter
-
to type into a computer
- enter → invoeren
-
to go into (a room, etc.)
- enter → binnengaan
verb
-
ergens in gaan
-
een ruimte betreden
-
op toneel verschijnen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• enter | → betreden | ↔ betreten — in einen Raum gehen |
• enter | → tekenen; ondertekenen; inschrijven; intekenen; plaatsen | ↔ zeichnen — (transitiv) unterzeichnen |
• enter | → binnenkomen; inkomen; binnendringen; doordringen; doorstoten; op het station aankomen; binnengaan; binnenlopen; ingaan | ↔ entrer — aller de dehors vers dedans. |
• enter | → boeken; bijboeken; inschrijven; registreren | ↔ inscrire — écrire le nom de quelqu’un, ou prendre note, faire mention de quelque chose sur un registre, sur une liste, etc. |
• enter | → inschuiven; instoppen; indoen; inleggen; inzetten; binnenleiden; inleiden; invoeren; steken; insteken; adverteren; annonceren; aankondigen; aandienen | ↔ introduire — Faire entrer une chose dans une autre. |