Noun | Related Translations | Other Translations |
baloney
|
apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin
|
flut; gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat
|
folly
|
apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin
|
dwaasheid; gein; gekheid; gekkigheid; gekte; idioterie; jolijt; keet; leut; lol; malheid; plezier; pret; uitzinnigheid; verdwaasdheid; verdwazing; zotheid
|
gibberish
|
humbug; kul; larie; nonsens; onzin; zotteklap
|
brabbeltaal; gebazel; gebrabbel; gekkenpraat; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; koeterwaals; leuterpraat; mallepraat; wartaal
|
humbug
|
apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin
|
flut
|
nonsense
|
apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; onzin; rimram; waanzin; zotteklap
|
gebazel; gein; gekkenpraat; jolijt; keet; klets; kletspraat; leut; lol; malheid; mallepraat; plezier; pret; quatsch; wartaal
|
piffle
|
apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin
|
gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat
|
rubbish
|
humbug; kul; larie; nonsens; onzin; zotteklap
|
achterlijkheid; afval; bocht; drek; gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; grofvuil; huisafval; huisvuil; idioterie; klets; kletspraat; krankzinnigheid; leuterpraat; quatsch; rommel; rotzooi; slechte drank; smerig spul; troep; voddengoed; vuilnis; vullis; waanzin
|
tattle
|
apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin
|
klets; kletspraat; quatsch
|
twaddle
|
apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin
|
gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
tattle
|
|
betrappen; overbrieven; snappen; uit de school klappen; verklikken
|
twaddle
|
|
kletspraat verkopen; lullen; zemelen; zeveren; zwammen; zwetsen
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
gibberish
|
|
koeterwaals
|
rubbish
|
|
iets dat waardeloos is; snert
|