Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: [aan

Dutch and English Translation Search Results for [aan

Summary

Dutch to English: more detail...

aan:
- to; on; at; upon; up; in; onto
Wiktionary:
- aan → to, on, complaisant, up
- aan → on, to, up to
- aan → exposure
- aan → commercial at, to, on, next, after, behind, past, about, concerning, for, of, over, regarding, by, upon, a, an, at, in, inside, into, per, aboard, toward, towards
- aan → belong, affix, pander, suffice

Dutch

Detailed Translations for [aan from Dutch to English

aan:

aan adj

aan
to; on; at; upon; up; in; onto
- to adj
- on adj
- at adj
- upon adj
- up adj
- in adj
- onto

Translation Matrix for aan:

Preposition	Related Translations	Other Translations
onto	aan
to		te
Other	Related Translations	Other Translations
at		bij; te; ten; ten huize van; ter; tot; tot bij; totdat; via
in		ten; ten tijde van
on		ten; ten behoeve van; ten tonele
to		t/m; ten; ten strijde; tot; tot bij; tot en met; totdat
Modifier	Related Translations	Other Translations
at	aan	bij; erbij; ergens naartoe; erop; in; naar; à
in	aan	bij; erbij; erop; in; te; tussenbeide
on	aan	bij; erbij; erop
to	aan	bij; erbij; ergens naartoe; ernaar; erop; ertoe; naar; naar toe; toe; tot aan
up	aan	bij; druk; drukpratend; erbij; erop; geanimeerd; naar boven; naar boven toe; omhoog; op; opwaarts
upon	aan	bij; erbij; erop

Antonyms for "aan":

uit

Related Definitions for "aan":

aan elkaar vast¹
- de kar zit aan de auto¹
het is in werking¹
- de radio staat aan¹
om aan te geven wie iets krijgt¹
- Bas geeft de pen aan oma¹
op of om je lichaam¹
- ik heb een trui aan¹

Wiktionary Translations for aan:

aan

adjective

(predicatief) actief, in bedrijf
- aan → to

aan

en-prep

touching; hanging from
- on → aan; bij
used after certain adjectives to indicate a relationship
- to → tegen; aan; met
used to indicate the indirect object
- to → aan
the option or decision of
- up to → aan

adjective

in the state of being active, functioning or operating
- on → aan; op; actief
compliant
- complaisant → aan; passend; voldoend
next
- up → aan; aan de beurt

noun

lack of protection
- exposure → aan; de; elementen; blootstelling

denoting unit price
- commercial at → aan

verb

be the property of
- belong → toebehoren; aan; van; iemand; zijn
to attach
- affix → aanhangen; aan; vastmaken
appeal or cater to
- pander → aan; iets; doen; denken
satisfy
- suffice → voldoen; aan

Cross Translation:

From	To	Via
• aan	→ to	↔ an — Präposition des Ortes; mit dem Dativ (zur Anzeige der Lage): bestimmt einen Ort, mit dem etw. in Berührung ist
• aan	→ on	↔ an — umgangssprachlich: einschalten oder anzünden
• aan	→ next; after; behind; past	↔ après — Traductions à classer d'après le sens
• aan	→ about; concerning; for; of; over; regarding; after; by; on; upon; a; an; at; in; inside; into; per; aboard; toward; towards; to	↔ en — Traductions à trier suivant le sens

External Machine Translations:

Related Translations for [aan

¹Muiswerk Woordenboek