Dutch
Detailed Translations for bedaard from Dutch to English
bedaard:
Translation Matrix for bedaard:
Related Words for "bedaard":
Wiktionary Translations for bedaard:
bedaard
Cross Translation:
adjective
bedaard
-
rustig, kalm
- bedaard → sedate
adjective
adverb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bedaard | → calm | ↔ calme — Qui est sans turbulence, sans agitation, tant au sens physique qu’au sens moral. |
• bedaard | → tranquil; leisurely; calm | ↔ tranquille — Qui est paisible, calme, sans agitation. |
bedaren:
-
bedaren (beheersen; bedwingen; beteugelen; matigen; intomen)
-
bedaren (tot kalmte manen; kalmeren; sussen)
Conjugations for bedaren:
o.t.t.
- bedaar
- bedaart
- bedaart
- bedaren
- bedaren
- bedaren
o.v.t.
- bedaarde
- bedaarde
- bedaarde
- bedaarden
- bedaarden
- bedaarden
v.t.t.
- ben bedaard
- bent bedaard
- is bedaard
- zijn bedaard
- zijn bedaard
- zijn bedaard
v.v.t.
- was bedaard
- was bedaard
- was bedaard
- waren bedaard
- waren bedaard
- waren bedaard
o.t.t.t.
- zal bedaren
- zult bedaren
- zal bedaren
- zullen bedaren
- zullen bedaren
- zullen bedaren
o.v.t.t.
- zou bedaren
- zou bedaren
- zou bedaren
- zouden bedaren
- zouden bedaren
- zouden bedaren
diversen
- bedaar!
- bedaart!
- bedaard
- bedarende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze