Summary
Dutch to English: more detail...
- compenseren:
-
Wiktionary:
- compenseren → compensate
- compenseren → compensate, indemnify, make up
Dutch
Detailed Translations for compenseren from Dutch to English
compenseren:
Conjugations for compenseren:
o.t.t.
- compenseer
- compenseert
- compenseert
- compenseren
- compenseren
- compenseren
o.v.t.
- compenseerde
- compenseerde
- compenseerde
- compenseerden
- compenseerden
- compenseerden
v.t.t.
- heb gecompenseerd
- hebt gecompenseerd
- heeft gecompenseerd
- hebben gecompenseerd
- hebben gecompenseerd
- hebben gecompenseerd
v.v.t.
- had gecompenseerd
- had gecompenseerd
- had gecompenseerd
- hadden gecompenseerd
- hadden gecompenseerd
- hadden gecompenseerd
o.t.t.t.
- zal compenseren
- zult compenseren
- zal compenseren
- zullen compenseren
- zullen compenseren
- zullen compenseren
o.v.t.t.
- zou compenseren
- zou compenseren
- zou compenseren
- zouden compenseren
- zouden compenseren
- zouden compenseren
en verder
- ben gecompenseerd
- bent gecompenseerd
- is gecompenseerd
- zijn gecompenseerd
- zijn gecompenseerd
- zijn gecompenseerd
diversen
- compenseer!
- compenseert!
- gecompenseerd
- compenserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
compenseren (vergoeden)
the compensation
Translation Matrix for compenseren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
compensation | compenseren; vergoeden | aanzuivering; afkoopwaarde; arbeidsloon; betaling; bezoldiging; compensatie; contraprestatie; gage; herstelbetaling; honorarium; indemnisatie; kostenvergoeding; loon; restituties; salaris; schade-uitkering; schadeloosstelling; schadevergoeding; smartengeld; soldij; tegemoetkoming; tegen prestatie opwegende actie; tegendienst; tegenprestatie; terugbetalingen; traktement; uitbetalingen bij schade; verdienste; vergoeding; wedde; wederdienst |
counterbalance | tegeneffect | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
compensate for | compenseren; goedmaken; vergoeden | |
counterbalance | compenseren; goedmaken; vergoeden | |
make good | compenseren; goedmaken; vergoeden | afkopen; bijspijkeren; goedmaken; inhalen; rechtstrijken; rechtzetten; schadeloosstellen; terugbetalen; vergoeden |
Wiktionary Translations for compenseren:
compenseren
Cross Translation:
verb
compenseren
-
iets goed (proberen te) maken, terug in balans brengen
- compenseren → compensate
verb
-
to make up for; to do something in place of something else; to correct or fill
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• compenseren | → compensate; indemnify; make up | ↔ compenser — dédommager une perte par un avantage considéré comme équivalent. |