Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. doorslaan:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for doorslaan from Dutch to English

doorslaan:

doorslaan verb (sla door, slaat door, sloeg door, sloegen door, doorgeslagen)

  1. doorslaan (verklappen; verraden)
    to tip the scales; to blurt out; to blab; to let slip out
    • tip the scales verb (tips the scales, tipped the scales, tipping the scales)
    • blurt out verb (blurts out, blurted out, blurting out)
    • blab verb (blabs, blabbed, blabbing)
    • let slip out verb (lets slip out, let slip out, letting slip out)
  2. doorslaan (doormeppen)

Conjugations for doorslaan:

o.t.t.
  1. sla door
  2. slaat door
  3. slaat door
  4. slaan door
  5. slaan door
  6. slaan door
o.v.t.
  1. sloeg door
  2. sloeg door
  3. sloeg door
  4. sloegen door
  5. sloegen door
  6. sloegen door
v.t.t.
  1. heb doorgeslagen
  2. hebt doorgeslagen
  3. heeft doorgeslagen
  4. hebben doorgeslagen
  5. hebben doorgeslagen
  6. hebben doorgeslagen
v.v.t.
  1. had doorgeslagen
  2. had doorgeslagen
  3. had doorgeslagen
  4. hadden doorgeslagen
  5. hadden doorgeslagen
  6. hadden doorgeslagen
o.t.t.t.
  1. zal doorslaan
  2. zult doorslaan
  3. zal doorslaan
  4. zullen doorslaan
  5. zullen doorslaan
  6. zullen doorslaan
o.v.t.t.
  1. zou doorslaan
  2. zou doorslaan
  3. zou doorslaan
  4. zouden doorslaan
  5. zouden doorslaan
  6. zouden doorslaan
diversen
  1. sla door!
  2. slat door!
  3. doorgeslagen
  4. doorslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doorslaan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
blab doorslaan; verklappen; verraden babbelen; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; flappen; kakelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; klikken; kwebbelen; kwekken; kwetteren; kwijlen; lullen; overbrieven; praten; rondbrieven; rondvertellen; snateren; spreken; uit de school klappen; uitflappen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen
blurt out doorslaan; verklappen; verraden uitflappen
keep on beating doormeppen; doorslaan
keep on hitting doormeppen; doorslaan
let slip out doorslaan; verklappen; verraden uitflappen
tip the scales doorslaan; verklappen; verraden

Related Definitions for "doorslaan":

  1. de stroom onderbreken1
    • de stoppen zijn doorgeslagen1
  2. niet ophouden te zeggen wat in je opkomt1
    • als zij eenmaal praat, slaat ze door1
  3. overhellen naar het zwaarste punt1
    • de weegschaal slaat door1
  4. vocht doorlaten1
    • de muren zijn helemaal doorgeslagen1

Wiktionary Translations for doorslaan:

doorslaan
verb
  1. stukgaan zodat de verbinding doorbroken wordt
    • doorslaanblow
  2. alles vertellen tijdens een verhoor
    • doorslaantalk